Indien u een grond of onroerend goed verwerft zou het wel eens kunnen zijn dat er vervuiling aan het licht komt. Om de burger te beschermen tegen zulke risico’s voerde de overheid in 1995 het bodemsaneringsdecreet in. Intussen werd dit kaderdecreet ingrijpend gewijzigd in de loop van 2007.
Vooraleer een grond of eigendom kan verworven worden werden een aantal verplichtingen voor de verkoper/overlater vastgelegd. Deze zijn van dwingende aard.
Risicogrond
In het gros van de gevallen gebeurt de overdracht probleemloos. Soms kan er echter sprake zijn van een risicogrond. Hiermee bedoelt men een grond waarop er ooit een bodembedreigende activiteit werd uitgevoerd. Deze activiteiten staan opgesomd in de zogenaamde VLAREBO-lijst. Deze lijst loopt grosso modo gelijk met de opsomming van vergunningsplichtige activiteiten volgens de VLAREM-indelingslijst.
Beide lijsten kunt u ook op de dienst Milieu – cel milieuvergunningen raadplegen.
Wanneer een grond waarop ooit een risicoactiviteit werd uitgevoerd wordt overgedragen, dan is vooraf een oriënterend bodemonderzoek noodzakelijk.
Blijkt uit dit onderzoek dat er vervuiling optreedt, dan kan de OVAM beslissen om verder onderzoek uit te voeren. Zijn de resultaten van die aard dat de bodemsaneringsnormen worden overschreden, dan dient zich een bodemsanering aan. Maar het moet gezegd dat dit eerder de uitzondering vormt.
In ieder geval is deze procedure te doorlopen vooraleer de OVAM een bodemattest zal verstrekken.
Bodemattest
Zelfs indien er geen risicoactiviteiten werden uitgevoerd of geen verontreiniging werd vastgesteld moet steeds een bodemattest worden aangevraagd. Meestal vraagt de notaris belast met het verlijden van de akte dit zelf en rechtstreeks aan.
Eventueel kunt u bij de dienst Milieu – cel milieuvergunningen een aanvraagformulier voor het verkrijgen van een bodemattest bekomen of rechtstreeks downloaden via Aanvraagformulier BodemAttest.