Verwaarlozing van woningen en gebouwen zorgt voor een slordig straatbeeld. De gemeente wil hier werk van maken en wil een aangename woonomgeving creëren en behouden. De gemeenteraad heeft daarom een reglement goedgekeurd om verwaarloosde woningen en gebouwen op te sporen en te registreren, en indien nodig een belasting op te leggen.
Een woning of gebouw is verwaarloosd wanneer er ernstige zichtbare of storende gebreken of tekenen van verval vastgesteld worden. De verwaarlozing wordt vastgesteld door een technisch medewerker van de gemeente. Eigenaars van gebouwen die verwaarloosd zijn ontvangen vervolgens een schrijven omtrent de opname in het gemeentelijk verwaarlozingsregister. Bij een opname in de gemeentelijke inventaris kunnen eigenaars informatie ontvangen omtrent ondersteunende maatregelen (renovatiepremies, renovatiebegeleiding…) bij het aanpakken van de verwaarlozing.
Jaarlijks worden verwaarloosde panden in de gemeente gescreend. Een belasting van 1.200 euro is verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het in het gemeentelijk verwaarlozingsregister.
Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het register, blijft de belasting verschuldigd bij elke verjaardag van de opname. De belasting wordt elke periode van 12 maanden dat het pand nog is opgenomen in het register, vermenigvuldigd met het aantal periodes van twaalf maanden opname in het register (1.200 euro na 12 maanden, 2.400 euro na 24 maanden, 3.600 euro na 36 maanden opname in het register en 4.800 euro na 48 maanden of meer). Een woning die, of een gebouw dat in het gemeentelijke leegstandsregister staat, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.
Er zijn echter ook een aantal vrijstellingsmogelijkheden waar de eigenaar aanspraak kan op maken. Het pand blijft dan wel opgenomen in het gemeentelijk register, maar er dient gedurende een periode geen heffing te worden betaald. Indien men van een bepaalde vrijstelling gebruik wenst te maken, moet de eigenaar zelf de nodige bewijsstukken voorleggen aan de gemeentelijke administratie.
Werd het pand hersteld of kan er mits voldoende bewijs aangetoond worden dat het pand niet langer verwaarloosd is, dan kan het geschrapt worden van de inventaris. In geval van sloop moet alle puin van het terrein zijn verwijderd.
De reglementering kan u raadplegen op de website van de gemeente.
Indien u meer info wenst kan u contact opnemen met Wim Simoens van de intergemeentelijke samenwerking rond woonbeleid, via beterwonen@leiedal.be.